De beklimming geschreven door Sebastiaan

26-10-2014 19:00

Zaterdag 13 september 2014

Eindelijk is het zover. Negen maanden heb ik hier naar toe gewerkt. Het leek zo ver weg maar achteraf is het allemaal snel gegaan met veel training en prachtige donaties. Het is 5.45 uur. Over een kwartier moeten de fietsen bij de bussen worden ingeleverd waarna we om 7.00 uur vertrekken richting Sault. Het is nog donker (lees: nacht) en onverwachts koud, dus we moeten snel nog even de fietskleding hierop aanpassen. Zo, de fiets is ingeleverd. Nu leggen we de basis voor de inspanning die geleverd moet gaan worden vandaag. Het ontbijt bestaat uit kwark met muesli, pannenkoeken met stroop en zwarte koffie. Na het ontbijt doen we nog even een dubbelcheck of ik alles bij me heb. Bij aankomst bij de bus blijkt dat deze pas om 8.00 uur zal vertrekken in verband met een organisatorisch probleem, er blijken namelijk teveel fietsen te zijn voor een bus. Dit is wel even een baalmoment. Ik voel de spanning bij mijzelf oplopen en begin een beetje zenuwachtig te worden. Als we dan toch moeten wachten, gaan we nog maar even wat groepfoto’s schieten. In de bus maakt de rust plaats voor meligheid en gezelligheid totdat deze eindelijk in beweging komt. Op naar Sault!

Het uitladen van de fietsen loopt voorspoedig. Onder luid applaus en aanmoediging van meegereisde supporters en begeleiding zie ik iedereen in groepjes vertrekken. Ook ik prepareer mezelf. Ik plaats de geplastificeerde A4-foto van mijn ouders en schoonmoeder aan mijn stuur. Ik ben hier tenslotte voor hen en zij gaan samen met mij op de fiets naar de top van de Mont-Ventoux. Daar gaan we dan. Wat een geweldige start. Monique, haar zus, de vriendin met haar ouders van Ron gillen ons op gang. Iedereen kiest gelijk zijn eigen tempo. Pim fietst voorop, gevolgd door Ron. Op korte afstand zitten Ulrich, Freek, Henk en ik. Al snel halen we enkele wandelaars, hardlopers en fietsers in. Over en weer wenst iedereen elkaar succes. Wat een mooi gevoel geeft dit. Na enige tijd rijden Henk en ik weg bij Ulrich en Freek. Het tempo is goed en de hartslag onder controle waardoor we al pratend samen door dit mooie landschap fietsen. Even later worden we luid toeterend en joelend ingehaald door onze eigen supporters. Nadat zij ons gepasseerd zijn en uit het zicht zijn verdwenen, horen we wederom de toeter en het gejoel dit geeft Henk en mij een goede indicatie van waar Ron en Pim ongeveer fietsen. Al snel maakt het glooiende landschap plaats voor een mooi klimmende geasfalteerde weg. Het is nu echt begonnen en het wordt alleen maar steiler. Ik zit nog steeds ontspannen op de fiets en houd mijn hartslag goed in de gaten. Ik drink om de tien minuten en geniet van de inspanning en de mooie omgeving. Onze supporters hebben de auto inmiddels in één van de vele bochten geparkeerd en juichen ons wederom toe wanneer wij hen passeren. We maken snel al aardig wat kilometers en richten ons op Chalet Reynard. Chalet Reynard is in deze klim een overgangspunt. Op dit punt wat zes kilometer onder de top ligt, fiets je het bos uit en gaat de gemiddelde stijgingsgraad van 4,5% naar 7,5%. Het is lekker weer. De zon schijnt en er staat een licht briesje. Daar is het dan: Chalet Reynard. Wauw, wat een mensenmassa. Ik voel een brok in mijn keel opkomen. Ik geef aan bij Henk even te willen stoppen om een gel te nemen. Henk zegt dat hij liever doorfietst en eigenlijk heeft hij gelijk. We zitten in zo’n goede cadans dat het zonde is om te stoppen. We fietsen door en genieten van de aanmoedigen en onze namen die worden geroepen. De weg gaat nu steiler omhoog en ik kom erachter dat ik echt een gel moet nemen om dit tempo vast te houden. Bij het nemen van de gel val ik even terug en Henk fietst iets bij mij weg. Recht voor me zie ik de top. Wat een prachtig gezicht: de kale bergwanden met daarachter een mooie zachtblauwe lucht. In verschillende boeken had ik gelezen over het “maanlandschap”. Wat moet je jezelf voorstellen bij een maanlandschap? Nou dit dus. Het is niet te beschrijven of in te denken. Je moet hier echt zelf zijn geweest om dit te kunnen ervaren. Henk fietst zo’n honderd meter voor mij en ik kan mij daar volledig op focussen. Omdat hier geen begroeiing meer is heeft de wind vrij spel, dit merk ik iedere keer wanneer de weg naar rechts buigt. De wind komt dan recht van voren en met een stijgingsgraad van 8% is dit goed afzien. De foto voorop de fiets begint door de wind ook zijn eigen leven te leiden wat mij er weer bewust van maakt waarvoor ik hier ben. Bij het passeren van het monument van Tom Simpson anderhalve kilometer onder de top beginnen de emoties bij mij aardig los te komen. Als ik schuin naar boven kijk zie ik de top. Hij is nu zo dichtbij dat ik de mensen kan zien die zich daar ophouden. De meeste mensen zijn daar voor hetzelfde doel als ik. Mijzelf dat realiserend en wetende dat mijn doel bijna is behaald, kan ik mijn tranen niet langer in bedwang houden. De laatste paar honderd meter maak ik niet meer bewust mee. Al het geluid wat ik hoor klinkt ineens gedempt. Ik hoor de spreker van de organisatie door een megafoon spreken maar zijn woorden komen niet aan. Mijn benen gaan rond maar ik heb er geen controle meer over. Het enige wat ik zie is de foto voorop mijn fiets en boven mij de top. Met het indraaien van de laatste bocht zie ik Monique boven klaar staan om mij op te vangen. Het volgende moment staan mijn voeten aan de grond en val ik in de armen van Monique. Na precies twee uur fietsen en zesentwintig stijgende kilometers ben ik BOVEN!!! YES!!! YES!!! YES!!!

Langzaam komt het besef dat ik boven ben en wordt alles weer helder. Ik loop naar Henk, Ron en Pim die voor mij al boven kwamen. We omhelzen elkaar en feliciteren elkaar met deze geweldige prestatie. Met een brede glimlach op onze gezichten halen we ook Freek en Ulrich binnen. Ook zij krijgen de felicitaties die ze verdienen en daarna is het vooral genieten, beseffen, napraten, eten, drinken en foto’s maken. Om het geheel officieel te maken melden wij ons af bij de organisatie en ontvangen wij onze medaille. Ik haal de foto van mijn fiets en loop samen met Monique naar de Memorial Wall. Een dame van het KWF die hierbij staat helpt mij met het bevestigen van de foto en met een stift schrijf ik nog een persoonlijke boodschap. Hierna trek ik mijzelf even terug uit alle drukte. Ik loop naar een rustig plekje aan de rand en sta daar enkele minuten in het niets te staren. Het enige dat in mij om gaat is dat ik twee uur heb afgezien terwijl mensen met kanker dag in dag uit moeten afzien.

Henk maakt zich ondertussen gereed voor de afdaling naar Bédoin door zich warm aan te kleden want het gaat tijdens de afdaling koud aanvoelen. Henk had zich vooraf ingeschreven voor twee beklimmingen. De rest en ik hadden zich ingeschreven voor één beklimming. Ter plaatse zou ik voor mijzelf de keuze maken om nog en tweede keer te gaan of het bij één keer te laten. Natuurlijk voel ik de lange klim in mijn benen maar ik ben toch ook heel nieuwsgierig naar de beklimming vanuit Bédoin. Gelukkig denken Freek, Pim, Ron en Ulrich hetzelfde en met z’n allen besluiten we om net als Henk voor een tweede klim te gaan. De afdaling gaat vanzelf, wel goed opletten want wat is het druk op de berg. Na het passeren van Chalet Reynard draait de weg weer het bos in. Er volgt nu een stuk van tien kilometer met een stijgingsgraad van 9% tot 10%. Je voelt dit goed tijdens het dalen. Bijna continu moet ik remmen om niet te hard te gaan. Ook aan de fietsers die naar boven ploeteren is het goed te zien dat het hier heel steil is. Af en toe zie ik mensen afstappen of zelfs lopen naast hun fiets. Jeetje, waar ga ik straks aan beginnen denk ik meerdere malen bij mijzelf. Na zeven kilometer dalen door het bos kom ik aan bij het mountainbikepad. Vanaf hier gaat dit onverharde pad slingerend door het bos naar de top. Ulrich die met zijn mountainbike aan dit avontuur is begonnen gaat vanaf hier alleen verder. We wensen elkaar succes en ik daal de laatste acht kilometer naar Bédoin. Net voor ik Bédoin binnen rij komt Henk mij tegemoet fietsen. Hij is alweer begonnen aan zijn tweede klim. Zet hem op Henk! Ik zie je boven! Zo alle extra kleding voor de afdaling kan weer uit want het is inmiddels al heel warm aan het worden. We zitten nog even in Bédoin bij een fontein uit te rusten en onszelf te prepareren voor de tweede klim. Onze supporters zijn met de auto ook afgedaald en wij kunnen alle extra kleding bij hun achterlaten. Daar gaan we weer. Op de wegwijzer is af te lezen “Mont-Ventoux 21km” en als ik naar links kijk zie ik hem liggen. Pim pakt gelijk zijn eigen tempo en fietst rustig bij ons weg. Even later moet Freek lossen en blijven Ron en ik met z’n tweeën over. Ik merk aan mijn benen en hartslag dat het nu al moeilijker gaat dan de gehele eerste klim. Na vijf kilometer bereiken we het bos en stijgt de weg ineens naar 10%. Ik moet gelijk mijn tempo laten zakken want mijn hartslag zit veel te hoog. Ron kan het tempo wel vasthouden en fietst door. Bij de eerste bevoorrading post die ik passeer wordt gevraagd of het goed gaat. Ik roep “Ja! Het gaat goed”, maar waarom roep ik dit? Het gaat helemaal niet goed! De weg blijft maar stijgen en stijgen in de brandende zon zonder enige schaduw Het kost af en toe moeite om in een rechte lijn te rijden. De auto’s die mij tegemoet komen laten allemaal een brandlucht achter van schijfremmen en remblokken die warm zijn gelopen. Ik moet nu echt van mijn fiets af om een gel te nemen. Heerlijk om even stil te staan. Mijn hartslag daalt weer iets en ik kan rustig de gel nemen en een paar slokken water. Ik kijk nog even achterom maar zie Freek nog niet komen. Ik stap weer op. De eerste paar trappen gaan weer lekker, maar helaas is dit voor korte duur. Dit is echt zwaar en ik moet heel diep gaan. Ik probeer me te richten op het mountainbikepad, dan weet ik ongeveer waar ik ben en hoelang het nog is. Mijn hartslag is nu continue 180 slagen per minuut. Dit betekent dat ik mijzelf aan het opblazen ben. Volgens de geleerden kun je dit ongeveer één uur vol houden en dan is alle energie in het lichaam verbruikt en zijn de spieren leeg. Daar komt het mountainbike pad nog twee kilometer naar het volgende bevoorrading punt en zeven kilometer naar Chalet Reynard. Hoe houd ik dit vol? Ik ben al een tijd niet meer aan het genieten maar aan het vechten tegen mijzelf. Ik neem het besluit om bij Chalet Reynard af te stappen. Dit is echt niet vol te houden tot aan de top. Bij de bevoorrading post word ik hartelijk ontvangen door Kees. Kees maakt ook deel uit van ons gezelschap en heeft zich aangemeld bij de organisatie als vrijwilliger. Kees reikt mij een fles water aan die ik als een koude douche over mijn hoofd leeggiet. Kees ziet aan mijn houding en uitgeputte gezicht dat het heel zwaar is. Een stormvloed aan motivatie gooit hij over mij heen. Dit doet mij goed en geeft mij weer vertrouwen. Ron staat ook nog uit te blazen en erkent dat het heel zwaar is. Even later arriveert ook Freek. Gelijk ontfermt Kees zich over Freek om ook hem te motiveren. Met z’n drieën trekken we verder en laten Kees achter bij de bevoorradingspost. We blijven bij elkaar en rijden om en om korte stukjes op kop zodat de anderen in het wiel kunnen blijven. Het blijft zwaar en we puffen en blazen onszelf vooruit. Wederom loopt mijn hartslag weer op richting de 175. Eindelijk daar is Chalet Reynard. Ik stap zo snel als ik kan van de fiets. Vervolgens vertel ik tegen Monique en de rest dat het goed is zo en dat ik niet verder ga. Iets verder op zie ik iemand staan die ik al eerder had gesproken. Ik weet dat hij voor drie beklimmingen zou gaan. Ik loop naar hem toe en vraag aan hem hoe het gaat. Hij geeft aan dat hij twee keer boven is geweest en dat de derde keer er voor hem niet in zit. Door zijn woorden begin ik te twijfelen. Ik ben eigenlijk best dicht bij de top, nog maar zes kilometer en minder steil dan het vorige stuk. Ik loop terug naar Monique, drink een flesje water leeg, eet een banaan en vervolgens knijp ik nog een gel leeg in mijn mond. Mijn lichaam protesteert. Mijn maag wil helemaal geen zoetigheid en suikers meer. Snel drink ik nog een flesje water leeg zodat alles binnen blijft. Vervolgens pak ik de fiets en roep dat ik naar boven ga. Iedereen kijkt verrast om en begint mij aan te moedigen. Samen met Freek en Ron vertrekken we weer voor het laatste kale stuk tot aan de top. Ik voel dat de weg minder steil is dan het voorgaande stuk. Het lukt mij om de trappers goed rond te trappen en mijn hartslag blijft onder de 170 slagen per minuut. Ik fiets voorop en merk dat de wind is gaan liggen in vergelijking met vanmorgen. Na drie kilometer komen we bij het laatste bevoorradingspunt. Freek roept van achteren om hier even te stoppen. Ron en ik stemmen toe. Na een paar slokken water gaat mijn telefoon over. Ulrich belt vanaf de top en vraagt waar ik ben. Ik vertel hem dat ik drie kilometer onder de top ban, samen met Freek en Ron. We komen naar boven! We stappen weer op en vervolgen onze tocht. Aangekomen bij het monument van Tom Simpson besluiten we om nogmaals te stoppen. Freek en Ron gaan zitten onder het monument. Ik klik mezelf los en bij het neerzetten van mijn voet voel ik kramp in mijn kuit opkomen. Ik roep naar Freek en Ron dat de kramp erin schiet en dat ik door moet. Ik zet mezelf af en fiets in mijn eentje verder. Ditmaal maak ik de aankomst boven wel helemaal mee waar dit eerder vandaag niet het geval was. Ik kijk omhoog en zie Monique, Henk, Ulrich en de rest op het muurtje zitten. Ik hoor hun aanmoedigingen. Op karakter en adrenaline pers ik de laatste meters eruit. De medaille die ik de hele klim om had, houd ik trots omhoog bij het passeren van de top. Achter mij komen Ron en Freek ook binnen.

Alle zes hebben we twee keer in één dag de top van de Mont-Ventoux gehaald. Een sportieve en emotionele ervaring om nooit meer te vergeten.

Sebastiaan Kieft